dinsdag 29 mei 2007

Jasper en Sanne bouwen een zandkasteel


Jasper is met Sanne en de moeder van Sanne een middag naar het strand. Sanne's moeder heeft een koeltas met broodjes en limonade meegenomen. Ze zitten op grote badhanddoeken.'We gaan een zandkasteel bouwen', zegt Jasper tegen Sanne.'Ja! dan ben ik een prinses en jij een ridder', zegt Sanne. Jasper vindt het goed. Ze pakken hun emmertjes en schepjes. Vlakbij de zee vinden ze een goede plek.'We moeten eerst een gracht maken', zegt Jasper. Jasper heeft al eens een zandkasteel gebouwd samen met opa. Hij weet precies wat ze moeten doen.Jasper en Sanne scheppen en scheppen. Net zo lang tot ze een ronde gracht hebben.'En nu moeten we het kasteel maken', zegt Jasper. Met hun handen maken ze eerst een berg met nat zand. Uit de berg nat zand maken ze het kasteel.'Er moeten torens op', zegt Sanne. Jasper maakt twee torens.'En nu moeten we water in de gracht doen', zegt Jasper. Met hun emmertjes halen ze water uit de zee. Het zeewater wordt in de gracht gegooid.'Ik ga mamma halen', zegt Sanne. Sanne's moeder vindt het kasteel prachtig.'Voor de poort en de ramen kunnen jullie schelpen gebruiken', zegt ze. Jasper en Sanne gaan schelpen zoeken. Er liggen er heel veel in het zand. Met hun handen vol schelpen gaan ze terug naar het kasteel. Jasper plakt een grote schelp op de poort. Sanne plakt kleine schelpen voor de ramen.'We zijn klaar', zegt Jasper.'Nu kan ik er wonen', zegt Sanne.'Ik ben een ridder en moet het kasteel verdedigen', zegt Jasper. Sanne is trots op Jasper. Sanne voelt zich een echte prinses.Sanne's moeder roept of ze komen eten. Sanne en Jasper hebben honger gekregen. Een zandkasteel bouwen is een heleboel werk.Ze eten broodjes met kaas. Sanne's moeder schenkt papieren bekers vol met limonade.'De zee komt wel steeds dichterbij het kasteel', zegt Sanne's moeder.'Ik moet mijn kasteel verdedigen', zegt Jasper en rent terug naar het kasteel.'Ik ga Jasper helpen', zegt Sanne en rent naar hem toe. Jasper en Sanne maken een dijk voor de zee. Maar het zeewater is niet te stoppen. De dijk stort in.Het zeewater stroomt de gracht in. Het zeewater is nu vlakbij de poort. Het kasteel stort in elkaar. Jasper en Sanne zijn boos op de zee. Sanne's moeder komt aangelopen en zegt: 'dat is het lot van zandkastelen. De golven komen alles stelen'.

Afscheid


Kapitein Walrus staat aan het roer. Hij draait een mooie punt aan zijn snor. Schip Ahoi is op weg naar de konijnen cruiseboot van Lottie’s familie. Als alles goed gaat, zijn ze er nog voor het donker wordt.Ondertussen is Kokkie hard aan het werk in de keuken. Iedereen helpt mee, behalve Lottie, want deze maaltijd is speciaal voor haar. Een afscheidsmaaltijd, zegt Kokkie. Het enige wat Lottie mag doen, is tafeldekken. Dat doet ze dan ook: vijf borden, vijf lepels, vijf messen en vijf vorken. Ze zoekt voor iedereen een mooie beker uit, en bij ieder bord legt ze een kleurig servet. De eettafel ziet er prachtig uit!Skipper is de menukaarten aan het kleuren. Op een menukaart lees je wat er allemaal te eten is. Omar schrijft het op, met sierlijke letters. Zijn tong bungelt uit zijn mond want hij doet flink zijn best. Dit staat er op het menu:Voorgerecht: Wortelsoep met KnolletjesHoofdgerecht: Worteltjes uit de WokToetje: Worteltjestaart met slagroom

Een Bord Schoenveters


Kokkie is driftig aan het koken. Dat ruik je, want er stijgen vreemde geuren op uit het kombuis. En dat zie je, want er kringelt een straaltje rook uit de schoorsteen. Skipper en Lottie hebben deze ochtend tikkertje gespeeld. Ze klommen in de mast, ze holden van het kraaienest naar de kajuit en terug. Kortom; ze zijn uitgeput. En nu hebben ze dorst. En honger als een paard!Daar komt Kokkie al aan, met z’n witte koksmuts op. Hij zet een dampende schaal op tafel. Skipper steekt gretig zijn hand uit om onder het deksel te kijken. Meteen krijgt hij een tik met de pollepel: ‘pas op!’ roept Kokkie. ‘Au!’ roept Skipper en aait over z’n bezeerde hand. ‘Dit is heet, dat zeg ik toch,’ zegt Kokkie streng. Hij haalt met een trots gebaar het deksel van de pan. Een sterke, zure lucht stijgt eruit op. Iedereen krijgt een portie opgeschept. Maar het ziet eruit als eenn portie gekookte schoenveters!Lottie Konijn kijkt ernaar alsof het een geroosterde vogelspin is. ‘Wat is dit?’ vraagt ze beleefd.‘Dit,’ zegt Kokkie trots, ‘is mijn zelfbedachte, eigengemaakte Suffe Zuurkool Zooi. Zeer origineel als zeg ik het zelf, met een bommetje rijst erbij.

Een vrachtauto vol met dromen


Tuu-toe tuutoe tuutoe Opzij, opzij! Zie je niet dat ik haast heb, tuutoe tuutoePolitie-auto, waar moet jij dan zo snel naar toe?Ik moet heel snel naar dromenland toe, want ik moet het verkeerregelen, zodat die vrachtauto er door kan.Zodat die vrachtauto er door kan?Ja, zodat die vrachtauto er door kan. Want in die vrachtauto zitten allemaal nieuwe dromen. En als ze niet op tijd aankomen, dan zijn er geen dromen vannacht.Dat zou toch vreselijk zijn, als niemand meer kon dromen vannacht.En zit de droom van ............. er ook bij, in die vrachtwagen.Even op de lijst kijken, ..... ja die zit er ook bij.O, het is een heel bijzondere, een hele mooie droom.Politie-auto, kun je me ook vertellen wat .......... vannacht gaat dromen?Néé, dat mag ik niet, want als ik het ga vertellen, dan komt hij niet meertevoorschijn als ......... slaapt.Dromen komen altijd pas tevoorschijn als de mensen slapenEn dromen houden er niet van als de mensen al van te voren weten wat ze gaan dromen.Maar ............... krijgt vannacht een hele mooie droom als hij/zij slaapt.Maar nu moet ik weer snel verder, Nou dag hoor! Tuutoe tuutoe tuutoe

Het geheim van jeske


Ik wil jullie een geheimpje vertellen.Eigenlijk moet ik mijn mond hierover houden.Maar jullie vertellen het toch niet door, hè? Ik ben gek op papa, maar hij mag het niet weten.Ik doe vaak heel naar tegen papa; maar het is maar een spelletje hoor!Dan schreeuw ik tegen hem en doe net of ik heel boos ben.Het is wel zielig hoor, want dan gaat hij heel verdrietig kijken.En dan kan ik hem lekker gaan knuffelen hi, hi, hi.Ik trek hem dan ook stiekem aan zijn oren en dan kijk ik gauw de andere kant op,net of ik het niet gedaan heb. Gisteren heb ik stiekem een kammetje in zijn haar gedaan en hij merkte niks. Hij heeft een hele tijd met een kammetje in zijn haar rondgelopen.Wat ik ook altijd stiekem doe, is een krant halen, die houd ik dan achter mijn rug. Ik ga dan naast papa zitten en leg de krant dan stiekem neer. Papa roept dan altijd ,,Hé, hoe komt die krant nou hier?" En hij snapt er niks van.Ik hoop dat jullie niks tegen papa zeggen, anders heb ik geen geheim meer.En nu ga ik wat anders verzinnen om met papa uit te halen.Misschien ga ik zijn glaasje melk wel omruilen voor een glaasje water als hij even de andere kant opkijkt?Maar sssst! (vinger voor de mond)